
Onder de noemer ‘Open voor jou’ hielden leerlingen van Graaf Engelbrecht bij het domein identiteit als onderdeel van het vak burgerschap interviews met grootouders. Deze keer de opa van Romein uit Atheneum 6.
Waar ben je opgegroeid?
Mijn opa Theo van der Hoest is geboren op 13 Juli 1954 in de G.A. Brederodelaan in Maassluis. Deze straat staat in Maassluis ook wel bekend als de Gablaan. Opa vertelde dat hij in zijn jeugd veel bij zijn opa en oma thuis te vinden was. Hij had namelijk een erg goede band met zijn opa, maar daar vertel ik later meer over. Uiteindelijk woonde hij tot zijn 18e in Maassluis, daarna verhuisde hij naar Rozenburg.
Had je veel vrije tijd?
Toen ik deze vraag stelde werd hij enthousiast en begon hij gelijk te vertellen hoe hij zijn vrije tijd besteedde. Hij moest wel op zaterdagochtend naar school maar dat was hij gewend.
Wat deed je in je vrije tijd?
Mijn opa vertelde hele grappige verhalen. Sommige van deze verhalen had ik al vaker gehoord, maar toch blijven ze leuk. Mijn opa speelde vroeger veel met zijn vrienden buiten. Zijn favoriete spel was ‘Cowboy en Indiaantje’ vertelde hij. Naast dit onschuldige spel vond mijn opa het ook leuk om, hoe hij het zelf noemde, kattenkwaad uit te halen met zijn vrienden.
De broer van een vriend van hem werkte bij de bakker en hielp met bezorgen van brood. Dit gebeurde vroeger met een zogenoemd broodkarretje. De broer van de vriend van opa was niet helemaal honderd en schrok daardoor snel. Toen hij een keer langs het water reed met het broodkarretje schreeuwde mijn opa en zijn vrienden heel hard “Boer, bakker, bolletje”. Hij schrok hier zo van dat hij met het broodkarretje vol in het water reed. Toen ik dit verhaal voor het eerst hoorde wist ik niet zeker of ik het wel moest geloven, maar mijn opa heeft de foto teruggevonden.
Mijn opa haalde ook veel kattenkwaad uit met zijn opa. Hij ging samen met zijn opa deuren van buren aan elkaar vastbinden. Als ze dat hadden gedaan gingen ze aankloppen bij die buren. Als de ene buur dan de deur open deed ging die bij de ander dicht. Zo konden zij zich uren vermaken.
Hij vertelde ook nog een verhaal dat gaat over carbid afsteken. Ze staken carbid af in de sloot in hun straat. Er ontstond dan een hele grote vlam en er klonk een harde knal. De mensen wisten dan niet wat ze zagen. Mijn opa en zijn opa moesten dan erg lachen om die reacties. Het zei dat het wel uit de hand liep omdat de brandweer en politie zelfs kwamen kijken.

Beoefende je een sport?
Van zijn tiende tot zeventiende jaar beoefende hij judo. Dat mocht wel op zondag, maar dat deed hij niet. Hij deed altijd aan judo op dinsdag en donderdag.
Hoe groot was het gezin waarin je bent opgegroeid?
Naast zijn ouders had hij nog vijf broers en zussen. Hij was zelf de oudste. Dan volgden Hugo en Suus, een tweeling. En tenslotte Wim, Jan en Wilma. Het voelde alsof hij ook bij zijn opa en oma opgroeide omdat hij daar heel vaak was.
Was er een religie in de familie, ben je streng gelovig opgevoed?
Zijn familie was gereformeerd, dus protestant. Hij is niet strenggelovig opgevoed. Het gezin ging met regelmaat naar de kerk maar meer werd er niet aan het geloof gedaan.
In wat voor huis woonden jullie?
Hij woonde in zijn jeugd in drie verschillende huizen in Maassluis. Het eerste huis was een bovenwoning. Daarna woonde hij in een flat en tot slot woonde hij in een vrijstaand huis.
Wat voor onderwijs heb je gevolgd?
Het schoolsysteem was anders dan dat het nu is. Na de kleuterschool in de Damstraat ging hij naar de lagere school genaamd ‘De groen van Prinsteren’.
Hierna ging hij naar de technische lagere school. Dat is dus anders vergeleken met nu. Na twee jaar ging hij naar de technische middelbare school. Na drie jaar op de middelbare zat hij nog vier jaar op de hoge technische school in Den Haag.
Hij vertelde wat voor grappen hij uithaalde toen hij op school zat. Dat waren vaak kleine streken zoals het eten van de docenten met elkaar verwisselen. Maar soms gingen de streken ook wel iets verder. Opa beschreef een van zijn docenten als een hele saaie, rustige en een beetje vreemde man. Deze docent gaf het vak elektro. Buiten dat deze leraar dus een beetje raar was had hij ook erg last van zweethanden. Daarmee wisten mijn opa en zijn vrienden wel iets. Het bureau van de leraar stond vroeger op een verhoging, zodat de docent goed over de klas kon uitkijken. Deze verhoging was gemaakt van staal. Naast de verhoging waren ook de randen en poten van het bureau van staal gemaakt. Mijn opa en zijn vrienden hadden een plan bedacht om de tafel onder stroom te zetten. Omdat alles van staal was lukte dat.
In de tussentijd dat de jongens dit hadden gedaan was de leraar even weg. Toen de leraar terugkwam pakte hij zoals gepland het bureau aan de zijkant waar de stroom liep vast. Alleen ging het iets verder dan een grapje. De leraar pakte het bureau vast en door zijn zweethanden voelde hij zo’n harde schok dat hij achterover viel en op zijn hoofd terecht kwam. De conciërge werd erbij gehaald en mijn opa vertelde dat hij nog nooit zo erg geschrokken was. Gelukkig is de school er niet achter gekomen dat mijn opa en zijn vrienden het hadden gedaan.
Wat voor werk heb je gedaan?
Hij werkte voor meerdere bedrijven in de chemie-industrie. Het langst werkte hij voor Vopak. Dit bedrijf ging vooral over de opslag van olie. Eerst functioneerde hij als baas van een onderdeel van het bedrijf. Toen het bedrijf werd opgedeeld werd mijn opa manager director van de magazijnen. Deze lagen in Moerdijk, Pernis, Antwerpen en later zelfs in Düsseldorf en Frankfurt.
Opa volgde later ook nog de opleiding bedrijfskunde omdat de technische sector hem toch niet zo beviel. Bedrijfskunde is hem uiteindelijk heel goed van pas gekomen. In 2008 heeft hij de magazijnen verkocht. Een paar jaar later ging hij met pensioen.
Vond je het werk leuk?
De baan bij Vopak vond hij heel leuk. Hij mocht veel reizen, met als doel deals te sluiten in andere landen. Die lagen vaak in Europa, maar soms ook op andere continenten zoals Azië en Noord-Amerika. Het meest bezocht hij Frankrijk, Duitsland (door de magazijnen die het bedrijf daar had), Italië, Engeland, Spanje en Noorwegen. Buiten Europa bezocht hij de Verenigde Staten, Thailand en Singapore. Hij vond dit reizen heel leuk omdat hij op die manier veel delen van de wereld zag, maar toch was er ook een keerzijde: hij was heel vaak van huis. Dat was een nadeel. Ondanks de drukte vond hij het werk heel leuk.
Heb je de oorlog meegemaakt?
Mijn opa heeft de oorlog niet meegemaakt aangezien hij geboren is in 1954. Hij vertelde wel dat zijn opa, Hugo van der Hoest, tijdens de Tweede Wereldoorlog bij het verzet zat en is opgepakt door de Duitsers. De reden was dat hij Joden onderbracht. Dat deed hij in zijn eigen huis met behulp van zijn kippenhok. Hij had onder het kippenhok een groot gat gegraven een daar boven planken en stro gelegd. Dit was een goede plek om te schuilen voor de Duitsers. In de nacht bracht hij elke keer een paar Joden naar de kust. Daar werden ze opgehaald en gingen ze met een boot naar Engeland. Ondanks dat het een goede schuilplek was werd zijn opa toch opgepakt. Zijn opa kon niet vertellen wie hem precies had verraden maar waarschijnlijk had een van de buren hem in de nacht met de Joden weg zien gaan. Er waren namelijk buren die NSB’er waren. Hij werd uiteindelijk opgepakt voor zijn lidmaatschap van de Geuzen.
Wat gebeurde er daarna?
Zijn opa is in heel veel kampen geweest. Hij vertelde dat Hugo eerst naar het Oranjehotel in Scheveningen is gebracht en daarna naar kamp Buchenwald. Hier heeft hij twee jaar vastgezeten. Daarna ging hij naar Warschau. Hier moest hij helpen met het bouwen van een nieuw concentratiekamp. Dat moest hij één jaar doen. Daarna moest hij naar Dachau. Dat duurde niet lang want hij werd al vrij snel doorgevoerd naar een kamp dichtbij Nürnberg. Uiteindelijk werd hij na vele jaren en vele kampen in april 1945 bevrijd door de Amerikanen. Hij heeft het gelukkig overleefd, maar hij werd heel slecht behandeld. De reden dat hij dit meemaakte was omdat hij de Joden wilde helpen.
Wat vond je het leukste land om te bezoeken?
Hij vond de landen die hij bezocht voor werk het minst leuk. Dat lag niet per se aan het land, maar omdat hij daar echt voor zijn werk was en niet voor vakantie. Mijn opa ligt graag lekker in de zon, hij houdt van lekker eten en weinig doen voor een weekje. Vooral de Canarische Eilanden en Kaapverdië vond hij leuk. Japan viel hem een beetje tegen als vakantieland. Hij ging er namelijk veel excursies en rondleidingen doen, dat is niet echt iets voor hem vertelde hij.
Waar zou je nog graag heen willen gaan?
Ik ga komende meivakantie naar Gran Canaria met mijn opa. Hij vertelde dat hij hier heel veel zin in heeft. Hij wil nog graag een paar keer per jaar naar een warm land wil zoals de Canarische eilanden. Even een weekje zonnen is geweldig zei hij. Daarnaast wil hij graag nog een keer naar Israël. Hier is hij al een keer voor zijn werk geweest. Helaas ziet het er niet naar uit dat dit snel gaat gebeuren door de omstandigheden op dit moment.
Welke dromen heb je nog?
Opa vertelde dat hij gezond blijven het belangrijkst vindt, en samen met zijn familie tijd doorbrengen. Samen lekker uit eten gaan, samen kunnen lachen en lekker op vakantie gaan. Dit soort dingen wil hij graag nog lang kunnen doen.
Leren vliegen in een klein vliegtuigje staat nog op zijn bucketlist. Hij heeft heel vaak als passagier in een vliegtuig gezeten. Het lijkt hem daarom juist heel gaaf om een keer een vliegtuig zelf te besturen. Hij zei dat het hem een gevoel van vrijheid zal geven.
Bovenaan zijn bucketlist staat parachutespringen. Altijd als hij het voorbij ziet komen, op televisie of op zijn telefoon bijvoorbeeld, krijgt hij het gevoel dat hij het zelf ook wil doen. Het lijkt hem wel heel spannend om van een grote hoogte te springen, maar toch lijkt het hem heel gaaf.
Uit een vliegtuig springen! Het lijkt mij heel leuk om dat een keer samen met mijn opa te kunnen doen.