
Als kind kregen mijn broers en ik een paar stevige lessen in alledaagse levenswijsheid. De eerste les was dat rechtvaardigheid bestaat.
We kregen een enkele keer klappen voor kattenkwaad. Dat waren drie uitgemeten tikken op de billen. Eigenlijk was de aanloop het ergste. In een rijtje, oudste voorop, stonden we voor de deur van de bijkeuken te wachten. De eerste ging naar binnen. “Krom staan”, klonk mijn vaders stem. Dat, en de ingebeelde klappen met de harde kant van een houten handveger, deed meer pijn dan de eigenlijke straf.
De rechtvaardigheid was dat de eerste weliswaar de hardste klappen kreeg, maar de wachtenden hadden de meebeleefde straf van hun voorgangers erbij. Zo werd het meteen een les in empathie. Mijn vaders boodschap, als we onze onschuld probeerden te bepleiten, was dat we dan deze keer maar moesten zien als straf voor al die keren dat we iets hadden gedaan en niet waren betrapt. Ook kregen we bijna altijd allemaal tegelijk straf, tenzij overduidelijk was wie van ons de dader was. De minste tegenstrijdigheid in de onderlinge verhalen, over de toedracht van het voorval, betekende dat we gewoon allemaal op onze donder kregen.
De andere les was dat we met werken alles konden bereiken. Gewoon het beste doen dat in je zit. De rechtvaardigheid daarvan was dat, als je je doel nog niet bereikt had, er kennelijk nog onaangeroerde kansen waren. Sowieso zou je een goed leven hebben, als je maar bezig bleef hard te werken om je doel te bereiken. Het mooiste levenseinde is, ergens tijdens het streven naar je doel, erbij neervallen en je laatste adem uitblazen. Zolang je weet dat je steeds je best hebt gedaan mag je tevreden zijn.
Pas nu realiseer ik me hoe geweldig die lessen waren. Er sprak een onvoorwaardelijk vertrouwen uit, waardoor ik intuïtief voelde dat mijn ouders trots op ons waren. Door ons de wereld in te sturen met het idee dat rechtvaardigheid bestaat en dat leven om een doel te bereiken een mooi leven is, hebben mijn ouders mijn broers en mij het perfecte gereedschapskistje meegegeven.
Het idee dat gerechtigheid bestaat hoeft niet bewezen te zijn. Het geloof erin is een bron van hoop. We zij allemaal wel eens ongezien weggekomen met iets en van de andere kant; het zwaard van Damocles hangt voor iedereen te wachten.
Dat je een doel in je leven had, werd als vanzelfsprekend aangenomen. Geld verdienen was geen doel. Geld, invloed, aanzien waren slechts middelen op weg naar iets van waarde. Zo kregen wij dat met de paplepel ingegoten. Ik fantaseer wel eens over een wereld waar politici, opvoeders, leiders en opleiders deze levenslessen als motief voor hun werk zien. Alle onzin die wordt uitgekraamd door voorpaginazoekers, inhalige lieden en laffe of narcistische leiders kan van je afglijden, als je weet vast te houden aan deze lessen. Geloven is voldoende.
Rest wel dat je even moet nadenken over een waardevol doel.