‘Paradijselijk’ wonen in de Haagse Beemden: een gesprek over groene polders en goede buren

09 augustus 2024     Redactie Anrieke Eppink – Foto Jan Brouwer

Familie Robert

 

Cissy (76) en Gaston (82) Robert kochten in 1988 een huis in Paradijs, waar ze nog steeds met plezier wonen samen met hun viervoeter Chico (13). HBN-MP was benieuwd hoe zij destijds tot de beslissing zijn gekomen om in de Haagse Beemden te gaan wonen en wat maakt dat zij er na 36 jaar nog steeds te vinden zijn. Tijd voor een gesprek.

 

Op de ochtend van het interview worden wij hartelijk ontvangen door Cissy. Gaston is druk met zijn eigen bezigheden en kan ieder moment opgeroepen worden voor een koeriersdienst. “Ik ben altijd bezig”, bevestigt de tweeëntachtigjarige. Bij de koffie schuift hij toch even aan. Er wordt echte Indische spekkoek geserveerd. “Een Hollandse uitvinding”, merkt hij op. “Wist je dat de Nederlanders in Indië destijds de spekkoek hebben geïntroduceerd?” Volgens Gaston misten zij hun oer-Hollandse kruidkoek zo erg, dat er een alternatief werd bedacht. Wij laten het ons in ieder geval heerlijk smaken en nadat er een foto is geschoten, gaan wij met Cissy in gesprek.

 

Expats

Wij gaan terug naar 1988. Het gezin Robert woonde op dat moment in een flat in Tilburg-Noord. Cissy vertelt dat zij huurden. Dat had te maken met het feit dat Gaston voor zijn werk uitgezonden werd naar het buitenland: een expat zouden wij dat tegenwoordig noemen. Cissy reisde aanvankelijk altijd mee, ook toen er kinderen werden geboren. Maar naarmate de kinderen ouder werden, bepaalde hun aanwezigheid in grotere mate de keuzes ten aanzien van wonen. “Vanwege de scholing van de kinderen wilden wij ze meer stabiliteit bieden“, vertelt Cissy. “Terwijl Gaston nog voor zijn werk naar het buitenland ging, bleef ik met de kinderen in Nederland. Uiteindelijk hebben wij elf jaar in de flat in Tilburg gewoond.”

 

Paradijs

En toen solliciteerde Gaston bij Esso in de Botlek en werd aangenomen. Vanaf dat moment hoefde hij niet meer als expat de wereld rond: een goed moment om wonen te prioriteren. “Ik wilde graag in een dorpje wonen, ergens tussen Tilburg en Den Bosch of Tilburg en Breda”, zegt Cissy. “Maar daar waren de kinderen op tegen.” Die hadden inmiddels de puber- en adolescente leeftijd bereikt en vroegen zich onder meer af, hoe dat met school verder moest. Liever wilden ze in de stad blijven wonen. “En toen gingen wij kijken naar een plan voor Paradijs”, aldus Cissy. Dit was met een uitzicht op de polder en de belofte dat er de eerste tien jaar niet bijgebouwd zou worden op die plek; een aantrekkelijke locatie. Ook de grote tuinen maakten indruk.

 

Bestemmingsplan

Toen het gezin hun nieuwe woning betrok, waren er nog geen wegen aangelegd; alleen de ringweg was gedeeltelijk klaar. De waterpartijen waren er al wel. “Alles was modder”, vertelt Cissy. “Paradijs was op dat moment de laatste wijk die was opgeleverd, na Muizenberg. Hierna werd er begonnen met Heksenwiel 1 en 2. Als je ’s ochtends de gordijnen opendeed, keek je uit op de koeien in de polders.” De gemeente heeft zich volgens Cissy aan het bestemmingsplan gehouden: “Na tien jaar kwamen er borden langs de weg te staan van makelaars over een nieuw plan. Eerst kwamen Asterd en Winkelcentrum Heksenwiel, daarna Overkroeten. Dat was ook het moment waarop vrije plekken in bestaande buurten opgevuld werden met huizen.”

 

Aankloppen bij de buren

Cissy benoemt dat er met hen nog steeds een aantal ‘eerste bewoners’ bij hen in het rijtje woont. “De meeste van ons waren toen 30, 40 jaar. Er zijn veel kinderen in de buurt geboren, maar die zijn allemaal uitgevlogen.” Veel buren zijn tegenwoordig gepensioneerd. Daar waar mensen de overstap maken naar een andere – vaak kleinere woning – komen er jonge gezinnen voor in de plaats. De buurtbewoners zijn een steun voor elkaar. Zo zette Cissy zelf in de coronaperiode eten voor de deur bij een zieke buurvrouw. “Niet dat ik zo geweldig ben”, merkt ze op. “Je geeft het aan. Je kunt aankloppen bij de buren. Wij wisselen bijvoorbeeld ook sleutels uit voor het geval er iets aan de hand is.” Aan de overkant van de straat staan huurwoningen en daar is qua bewoners meer verloop, maar ook mensen die daar wonen vragen wel eens om hulp. “Het gaat dan vooral om sociale controle. Ze geven dan hun nummer als ze op vakantie gaan met het verzoek te bellen als je iets vreemds ziet.”

 

Flora en fauna

Wat betreft de faciliteiten in de wijk is Cissy zeer tevreden: “Er is een fijne bibliotheek, een mooi winkelcentrum… En de ouderenzorg is goed geregeld. Er worden veel informatieavonden georganiseerd over wat je moet doen als je toestand verandert.” Ook al is het voor haar niet meer relevant: ook het aanbod aan scholen vindt ze goed. Of ze zich ook ondergedompeld heeft in het verenigingsleven in de Haagse Beemden? Nee, dat niet. Maar ze kan wel genieten van de flora en fauna in de wijk: ”Het wordt wel minder goed bijgehouden door bezuinigingen bij de gemeente, maar er zijn veel mooie plekken: de Burgstsedreef, het Haagse Beemden Bos…” De Asterdplas, die voorheen ook op haar lijstje stond, is minder aantrekkelijk geworden. “Door al die festivals,” verzucht ze.

Aan het einde van het gesprek komt Gaston binnen na een wandeling gemaakt te hebben met hondje Chico. “De kliko’s zijn al opgeruimd!”, meldt hij verbaasd. “Dat heeft de buurvrouw waarschijnlijk gedaan”, reageert Cissy. “Dat doen wij voor elkaar.”

 

Dit artikel werd ook gepubliceerd in ons eerste jubileummagazine 2024-03

Terug Schrijf reactie

In beeld

^ Naar boven